Het koninkrijk van God groeit automatisch

‘De aarde brengt uit zichzelf vrucht voort’ – Marcus 4: 28

door Dr. Jan Dirk Wassenaar, Hellendoorn

‘Van U is de toekomst.’ Dat is het motto van de PKN-dienstenorgansiatie voor de startzondag van het nieuwe kerkelijke seizoen. We mogen daarbij (ook) denken aan het koninkrijk van God.

Wordt het nog wat?

‘Dat Koninkrijk van U, weet U wel, wordt dat nog wat?’ Zo luidt de slotzin van het gedicht ‘Graf te Blauwhuis’ van de schrijver Gerard Reve. Het gaat over de laatste rustplaats van de zoon van zijn buurvrouw, die kort voor het einde van de Duitse bezetting de dood vond.
‘Dat Koninkrijk van U, weet U wel, wordt dat nog wat?’ Is dat een vraag van twijfel en aanvechting, verbittering en opstandigheid, spot en hoon, heiligschennis en godslastering? Misschien wel, maar wij stellen die vraag ook. Vanwege de ellende in de wereld, het leed in het leven van mensen. Nee, ‘Dat Koninkrijk van U, weet U wel, wordt dat nog wat?’, is niet per se een sceptische, cynische vraag.

Het wordt nog wat

Dat koninkrijk van God, dat wordt nog wat. Ooit is het gezaaid. Toen een zaaier uitging om te zaaien. Uiteindelijk om zichzelf te zaaien. Naar de orde van het koninkrijk, waar van de herder gezegd wordt dat hij lam wordt, waar van de priester gezegd wordt dat hij offer wordt en waar van de heer gezegd wordt dat hij knecht wordt.

Een zaaier ging uit om te zaaien. Uiteindelijk om Zichzelf te zaaien, ja. Zoals het Johannes-evangelie zegt: ‘Waarachtig, ik verzeker u: als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht.’

Het wordt vanzelf wat

Dat Koninkrijk van God, dat wordt nog wat. Ooit is het gezaaid. En het groeit door. Alleen is dat groeien onttrokken aan menselijk bevatten en begrijpen, aan menselijk berekenen en becijferen. Uiteindelijk is het ook niet afhankelijk van menselijke inzet en toewijding, daadkracht en inspanning. Van ons wordt zeker geen passieve gelatenheid, lijdzame berusting gevraagd. Maar als het erop aankomt, groeit het koninkrijk van God vanzelf. In het Grieks staat ‘automatè’, dus automatisch, vanzelf. Anders gezegd: niet door menselijke maatregelen, maar door goddelijke voorzienigheid. Die groei wordt dan ook niet tegengehouden door onmacht en onwil en ongeloof van menselijke zijde, al groeit het zaad dan wel tegen de verdrukking in.

Het wordt feest

Mogelijk is het vers over de groei van het koninkrijk van God in Marcus 4 ontleend aan Joël 4: 13: ‘Sla de sikkel erin, het is tijd om te oogsten.’ Evenwel: in dit vers wordt een sfeer van dreiging en onheil opgeroepen. Maar in Marcus 4 gaat het om de oogst als beeld voor blijdschap en vreugde. Want het zal een feest zijn, wanneer het koninkrijk van God in volle heerlijkheid zal zijn aangebroken. Naar die toekomst zijn wij onderweg. Dan geldt: ‘Al gij die God bemint en op zijn goedheid wacht, de oogst ruist in de wind als psalmen in de nacht.’


Dit artikel staat in de Inspiratiekrant. In deze uitgave zijn inspirerende artikelen en veel kerkelijk nieuws opgenomen. Dit blad wordt speciaal gemaakt om binnen, maar vooral ook buiten de kerk te verspreiden. Bestel ‘m nu en deel ‘m uit!