In de put

Een Indiase christen werd gevraagd waarom hij christen was geworden. De meeste mensen in zijn omgeving waren immers hindoe of boeddhist. Hij vertelde: “Op een nacht had ik een droom….”

“Ik droomde dat ik in een diepe put was gevallen. Ik kon er met geen mogelijkheid uitkomen. Ik riep om hulp en na verloop van tijd hoorde ik iemand aankomen. Het bleek Mohammed te zijn en ik riep naar boven: ‘Verlos mij uit deze put’. Maar Mohammed zei: ‘De wil van Allah is volmaakt en wij moeten ons daar niet tegen verzetten. Onderwerp u aan de wil van Allah.’

Boeddha

Opnieuw was ik alleen en riep om hulp. Na verloop van tijd kwam Boeddha langs. Hij keek in de put en ik vroeg opnieuw: ‘Verlos mij uit deze put.’ Maar hij zei: ‘Je bent in een ideale positie om je te onthechten en je geheel op het hogere te richten.’ Zo kwamen nog verschillende godsdienstleiders langs. Ze hadden allen wijze woorden voor me, maar geen hulp.

Jezus

Toen ik de moed al bijna had opgegeven, zag ik plotseling dat een gestalte zich over de rand van de put boog. Het was Jezus. Hij zei niets maar klom over de rand en liet zich naar beneden zakken. Toen Hij naast me stond, omarmde Hij me en tilde me vervolgens omhoog. Ik stond eerst op zijn schouders en uiteindelijk op Zijn hoofd. Toen kon ik net de rand van de put bereiken en me omhoogtrekken.

Dankbaar

Dansend en springend rende ik rond. Wat was ik dankbaar, dat Jezus me uit de put had gered. Hij had mijn plaats ingenomen. Daarom ben ik een volgeling van Jezus geworden.”